Verhas

Maximilian Verhas

Woont en werkt in Berlijn, groeide op in Dusseldorf en studeerde schilderen en figuratief beeldhouwen in Neurenberg en abstracte plastieken in Berlijn.

Tussen 1986 en 1990 ontstond de serie sculpturen “Staalcomposities” waarbij Verhas zich door toevallige beschikbare materiaalvormen tot “collages” liet inspireren. Ondanks de vaak asymmetrische opbouw van de sculpturen is hij sterk gericht op een uitgebalanceerd totaal waarin de onderdelen goed op elkaar aansluiten. Verhas probeert het staal als materiaal van zijn zwaarte te ontdoen door het werk een luchtige uitstraling te geven. Details doen denken aan scharnieren, doen daardoor denken aan “beweging”. De opzet van zijn staalsculpturen is niet eenduidig te benoemen, associaties worden slechts opgeroepen. De werken zijn dan ook niet van een titel voorzien.

Sinds 1990 werkt hij aan de serie “Rollkörper”. In tegenstelling tot het statische karakter van de klassieke sculptuur kunnen deze plastieken door een lichte aanraking in beweging gebracht worden. Zij bewegen zich op een glad oppervlak in een schijnbaar van te voren vastgelegde baan. Voor plastieken geldt dat ze van alle kanten waargenomen moeten kunnen worden. Verhas stelt dat zijn “Rollkörper” zich daarom in hun totaliteit moeten kunnen bewegen.
De vorm en de massaverdeling van de “Rollkörper” zijn daarop gericht. De bedoeling om het beeld in beweging te brengen, wordt door de kunsthistoricus Eduard Trier benoemd als “het meest vermetele wat ooit beeldhouwers hebben gecreëerd”. De “Rollkörper” verbazen de waarnemer omdat ze niet alleen haptisch maar ook door beweging te ervaren zijn. Ze behoren tot Verhafs bekendste werken. In architectonische zin gaan de grote “Rollkörper” daarbij een verbinding aan met hun omgeving.

Expositieperiode
Nog niet bekend